Groep
1/2
Les 1
Lesdoelen les 1
-De leerlingen leren de ruimte te omschrijven aan de hand van een tekening.
-De leerlingen leren dat ontbijt, pauzehappen en lunch noodzakelijk zijn als je heel hard moet werken.
De leerlingen in deze les qua onderzoeksdoel waarschijnlijk niet verder komen dan niveau a van ‘Vragen stellen’: Accepteert dingen zoals ze zijn, vraagt hoogstens hoe iets heet, niet hoe het werkt.
Confrontatiefase, verkenningsfase, experiment opzetten
U gaat met de groep naar buiten en bespreekt met de leerlingen wat er allemaal te zien is.
Vervolgens gaat u weer naar binnen en vraagt de leerlingen wat zij gezien hebben en hoe zij ervoor kunnen zorgen dat zij niet meer vergeten wat zij gezien hebben.
Zorg dat u aanstuurt op de plaats van de objecten (zoals op een plattegrond). Leerlingen hoeven in deze les nog niet in aanraking te komen met het woord ‘plattegrond’, maar zij moeten ervoor zorgen dat zij ongeveer weten waar wat getekend moet worden. Bijvoorbeeld: de brug moet achter de school en het gebouw ‘Pacman’ staat links van de school. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onderaan de pagina.)
Vervolgens reflecteert u samen met de leerlingen over de gemaakte tekeningen. U zorgt ervoor dat de brug ter sprake komt. Dan vertelt u de leerlingen dat u nog een mooi verhaal over de bruggenbouwers te vertellen heeft (Zie Materialen).
Als aan de hand van het verhaal is besproken dat de leerlingen de bruggen af gaan maken, is het opzetten van het experiment bij deze afgerond. De volgende stap is het uitvoeren van het experiment.
Suggestie vervolglessen
Les 2
Lesdoelen les 2
-De leerlingen leren op een onderzoekende manier een brug te bouwen.
De leerlingen zouden hier qua onderzoeksdoel op het niveau b van ‘Vragen stellen’ kunnen zitten als de leerkracht aanstuurt op een goede manier van het bouwen van een brug. De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn niet helder of operationeel.
Experiment uitvoeren, Concluderen
Voordat u begint aan het uitvoeren van het experiment, deelt u de klas in groepen in. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onderaan de pagina.)
Zorg ervoor dat elke groep op de tafel een bak met water of een stuk blauw karton (wat water representeert) heeft liggen en houten blokken om de brug te maken.
Laat de leerlingen zelf aanrommelen met alles wat op de tafels ligt, zodat zij er zelf achter kunnen komen hoe zij het beste een brug kunnen maken (houdt er qua tijd rekening mee dat u de leerlingen voldoende tijd geeft om te experimenteren met het bouwen van bruggen).
Bespreek na het uitvoeren van het experiment samen met de leerlingen kort de verschillende de bruggen die gebouwd zijn en wat de leerlingen er van vonden. Vraag de leerlingen of zij de bruggenbouwers geholpen hebben, hebben zij wel echt bruggen gemaakt? Waarom wel/waarom niet? Hoe kan het komen?
Les 3
Lesdoelen les 3
-De leerlingen leren om te vertellen wat zij onderzocht en gedaan hebben. Dit is een onderzoeksdoel en valt onder ‘Rapporteren’. Waarschijnlijk zullen de leerlingen zich bevinden op niveau a: de leerlingen vertellen vanuit (associatief geordende) geheugenbeelden, springt van de hak op de tak, vergeet belangrijke punten en gaat er vanuit dat de ander weet waar hij het over heeft; realiseert zich niet dat iets concreets zijn verhaal kan illustreren.
-De leerlingen leren dat er in hun omgeving heel veel verschillende bruggen zijn.
De leerlingen zouden hier qua onderzoeksdoel op het niveau b van ‘Vragen stellen’ kunnen zitten als de leerkracht aanstuurt op een goede manier van het bouwen van een brug. De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn niet helder of operationeel.
Communiceren/Presenteren, verdiepen
Laat de groepjes kort aan de klas vertellen wat zij in de afgelopen lessen gedaan hebben. Stuur hierbij aan op de volgorde van wat zij gedaan hebben en daarbij de belangrijkste leerpunten uit de voorgaande lessen.
Laat ten slotte de leerlingen een aantal foto’s zien van bruggen in hun eigen buurt. Geef dit aan op een simpele plattegrond, zodat de leerlingen het idee van een plattegrond weer ophalen in hun hoofd.
Materialen
Les 1
Verhaal bruggenbouwers
De burgemeester van Amsterdam vind de brug naast de school heel erg mooi. Daarom heeft de burgemeester de drie bruggenbouwers gebeld die deze mooie brug gemaakt heeft. In opdracht van de burgemeesters moesten de drie bruggenbouwers nog zo een paar van deze bruggen maken. Dit moest heel snel gebeuren en zij werkten heel erg hard. Ze werkten de hele dag door en hadden geen één keer pauze.
Vraag de leerlingen wat je in een pauze altijd doet (eten) en wanneer je op een dag eigenlijk pauze hebt om te eten.
Omdat de bruggenbouwers niet gegeten hadden; niet in de ochtend, niet tussendoor en niet tussen de middag, hadden zij geen energie meer om verder te gaan met het bouwen van de bruggen en zijn naar huis gegaan. De bruggen moet over deze* stukjes water komen, maar de bruggenbouwers zijn naar huis en kunnen hun werk niet afmaken…
Vraag de leerlingen wie er een oplossing heeft voor dit probleem (stuur aan op het afbouwen van de brug door de leerlingen) en vraag de leerlingen hierbij hoe zij dat dan willen gaan doen.
Les 2
-Bakje met water/blauw karton wat in een juiste vorm geknipt is.
-Houten blokken
Les 3
-De gemaakte bruggen (is dit niet mogelijk: foto’s van de gemaakte bruggen)
-Foto’s en plattegrond van bruggen in de buurt van de school (google maps).
Differentiatiemogelijkheden
De leerlingen indelen op niveau
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau gedurende de lessen. De zwakke leerlingen kunt u meer begeleiding geven dan de leerlingen met een hoger niveau. Als er leerlingen klaar zijn kunnen zij op de site bij ‘leerling groep 1-2’ verder gaan met meer verdieping. Dit zijn hoogstwaarschijnlijk de wat sterkere leerlingen en de wat snellere leerlingen.
Les 1
Lesdoelen les 1
-De leerlingen leren de ruimte te omschrijven aan de hand van een tekening.
-De leerlingen leren dat ontbijt, pauzehappen en lunch noodzakelijk zijn als je heel hard moet werken.
De leerlingen in deze les qua onderzoeksdoel waarschijnlijk niet verder komen dan niveau a van ‘Vragen stellen’: Accepteert dingen zoals ze zijn, vraagt hoogstens hoe iets heet, niet hoe het werkt.
Confrontatiefase, verkenningsfase, experiment opzetten
U gaat met de groep naar buiten en bespreekt met de leerlingen wat er allemaal te zien is.
Vervolgens gaat u weer naar binnen en vraagt de leerlingen wat zij gezien hebben en hoe zij ervoor kunnen zorgen dat zij niet meer vergeten wat zij gezien hebben.
Zorg dat u aanstuurt op de plaats van de objecten (zoals op een plattegrond). Leerlingen hoeven in deze les nog niet in aanraking te komen met het woord ‘plattegrond’, maar zij moeten ervoor zorgen dat zij ongeveer weten waar wat getekend moet worden. Bijvoorbeeld: de brug moet achter de school en het gebouw ‘Pacman’ staat links van de school. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onderaan de pagina.)
Vervolgens reflecteert u samen met de leerlingen over de gemaakte tekeningen. U zorgt ervoor dat de brug ter sprake komt. Dan vertelt u de leerlingen dat u nog een mooi verhaal over de bruggenbouwers te vertellen heeft (Zie Materialen).
Als aan de hand van het verhaal is besproken dat de leerlingen de bruggen af gaan maken, is het opzetten van het experiment bij deze afgerond. De volgende stap is het uitvoeren van het experiment.
Suggestie vervolglessen
Les 2
Lesdoelen les 2
-De leerlingen leren op een onderzoekende manier een brug te bouwen.
De leerlingen zouden hier qua onderzoeksdoel op het niveau b van ‘Vragen stellen’ kunnen zitten als de leerkracht aanstuurt op een goede manier van het bouwen van een brug. De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn niet helder of operationeel.
Experiment uitvoeren, Concluderen
Voordat u begint aan het uitvoeren van het experiment, deelt u de klas in groepen in. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onderaan de pagina.)
Zorg ervoor dat elke groep op de tafel een bak met water of een stuk blauw karton (wat water representeert) heeft liggen en houten blokken om de brug te maken.
Laat de leerlingen zelf aanrommelen met alles wat op de tafels ligt, zodat zij er zelf achter kunnen komen hoe zij het beste een brug kunnen maken (houdt er qua tijd rekening mee dat u de leerlingen voldoende tijd geeft om te experimenteren met het bouwen van bruggen).
Bespreek na het uitvoeren van het experiment samen met de leerlingen kort de verschillende de bruggen die gebouwd zijn en wat de leerlingen er van vonden. Vraag de leerlingen of zij de bruggenbouwers geholpen hebben, hebben zij wel echt bruggen gemaakt? Waarom wel/waarom niet? Hoe kan het komen?
Les 3
Lesdoelen les 3
-De leerlingen leren om te vertellen wat zij onderzocht en gedaan hebben. Dit is een onderzoeksdoel en valt onder ‘Rapporteren’. Waarschijnlijk zullen de leerlingen zich bevinden op niveau a: de leerlingen vertellen vanuit (associatief geordende) geheugenbeelden, springt van de hak op de tak, vergeet belangrijke punten en gaat er vanuit dat de ander weet waar hij het over heeft; realiseert zich niet dat iets concreets zijn verhaal kan illustreren.
-De leerlingen leren dat er in hun omgeving heel veel verschillende bruggen zijn.
De leerlingen zouden hier qua onderzoeksdoel op het niveau b van ‘Vragen stellen’ kunnen zitten als de leerkracht aanstuurt op een goede manier van het bouwen van een brug. De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn niet helder of operationeel.
Communiceren/Presenteren, verdiepen
Laat de groepjes kort aan de klas vertellen wat zij in de afgelopen lessen gedaan hebben. Stuur hierbij aan op de volgorde van wat zij gedaan hebben en daarbij de belangrijkste leerpunten uit de voorgaande lessen.
Laat ten slotte de leerlingen een aantal foto’s zien van bruggen in hun eigen buurt. Geef dit aan op een simpele plattegrond, zodat de leerlingen het idee van een plattegrond weer ophalen in hun hoofd.
Materialen
Les 1
Verhaal bruggenbouwers
De burgemeester van Amsterdam vind de brug naast de school heel erg mooi. Daarom heeft de burgemeester de drie bruggenbouwers gebeld die deze mooie brug gemaakt heeft. In opdracht van de burgemeesters moesten de drie bruggenbouwers nog zo een paar van deze bruggen maken. Dit moest heel snel gebeuren en zij werkten heel erg hard. Ze werkten de hele dag door en hadden geen één keer pauze.
Vraag de leerlingen wat je in een pauze altijd doet (eten) en wanneer je op een dag eigenlijk pauze hebt om te eten.
Omdat de bruggenbouwers niet gegeten hadden; niet in de ochtend, niet tussendoor en niet tussen de middag, hadden zij geen energie meer om verder te gaan met het bouwen van de bruggen en zijn naar huis gegaan. De bruggen moet over deze* stukjes water komen, maar de bruggenbouwers zijn naar huis en kunnen hun werk niet afmaken…
Vraag de leerlingen wie er een oplossing heeft voor dit probleem (stuur aan op het afbouwen van de brug door de leerlingen) en vraag de leerlingen hierbij hoe zij dat dan willen gaan doen.
Les 2
-Bakje met water/blauw karton wat in een juiste vorm geknipt is.
-Houten blokken
Les 3
-De gemaakte bruggen (is dit niet mogelijk: foto’s van de gemaakte bruggen)
-Foto’s en plattegrond van bruggen in de buurt van de school (google maps).
Differentiatiemogelijkheden
De leerlingen indelen op niveau
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau gedurende de lessen. De zwakke leerlingen kunt u meer begeleiding geven dan de leerlingen met een hoger niveau. Als er leerlingen klaar zijn kunnen zij op de site bij ‘leerling groep 1-2’ verder gaan met meer verdieping. Dit zijn hoogstwaarschijnlijk de wat sterkere leerlingen en de wat snellere leerlingen.
De leerlingen indelen op taal
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau van taal.
U kunt het volgende doen:
Aanbieden van de volgende woorden:
-voor
-achter
-onder
-zijkant
-midden
-links
-rechts
-rechtdoor
-brug
-gebouwen
Eventueel: plattegrond
Een manier om deze woorden aan te bieden:
Neem een doos mee naar de klas en een knuffel. Zet deze op verschillende plekken (en vooral: laat de leerlingen deze ook op verschillende plekken zetten) en bespreek de woorden: voor, achter, onder, zijkant, midden, links en rechts.
De woorden links, rechts en rechtdoor kunt u ook aanbieden door met de leerlingen een route te lopen.
De woorden brug en gebouwen kunt u bespreken aan de hand van foto’s van de buurt, bijvoorbeeld:
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau van taal.
U kunt het volgende doen:
Aanbieden van de volgende woorden:
-voor
-achter
-onder
-zijkant
-midden
-links
-rechts
-rechtdoor
-brug
-gebouwen
Eventueel: plattegrond
Een manier om deze woorden aan te bieden:
Neem een doos mee naar de klas en een knuffel. Zet deze op verschillende plekken (en vooral: laat de leerlingen deze ook op verschillende plekken zetten) en bespreek de woorden: voor, achter, onder, zijkant, midden, links en rechts.
De woorden links, rechts en rechtdoor kunt u ook aanbieden door met de leerlingen een route te lopen.
De woorden brug en gebouwen kunt u bespreken aan de hand van foto’s van de buurt, bijvoorbeeld:
Voor de leerlingen is er een extra werkblad die u eventueel samen met hen kunt doen voor de lessen, maar deze kunnen de leerlingen ook doen als zij klaar zijn met de les. Het is wel belangrijk dat u als leerkracht helpt met het werkblad, omdat de leerlingen dit waarschijnlijk zelf nog niet kunnen lezen. U kunt er dan zelf voor kiezen wat een handig moment is om het groepje hierbij te begeleiden.
Als de leerlingen klaar zijn met het werkblad of als zij klaar zijn met de door u aangeboden extra begeleiding, kunnen de leerlingen een filmpje bekijken. In dit filmpje zullen nogmaals een aantal besproken woorden naar voren komen.
Via de knop hieronder ('extra woordenschat') komt u bij het hiervoor besproken werkblad en filmpje.
Als de leerlingen klaar zijn met het werkblad of als zij klaar zijn met de door u aangeboden extra begeleiding, kunnen de leerlingen een filmpje bekijken. In dit filmpje zullen nogmaals een aantal besproken woorden naar voren komen.
Via de knop hieronder ('extra woordenschat') komt u bij het hiervoor besproken werkblad en filmpje.
Deze extra instructie kan aangeboden worden voor het begin van de lessen. Verder kunt u er voor kiezen om deze groep gedurende de lessen meer te begeleiden dan andere groepen door u ook veel te richten op de taalaspecten in de opdrachten. Of u kunt deze leerlingen tussen andere leerlingen plaatsen en kiezen voor niveaudifferentiatie of het random indelen van de leerlingen zoals op de site beschreven staat.