Groep
3/4
Les 1
Lesdoelen les 1
-De leerlingen leren de kenmerken van de plattegrond.
-De leerlingen leren het belang van fruit en melk bij ontbijt, pauzehap en lunch.
Stuur de leerlingen zo aan dat zij vragen willen stellen en onderzoek willen doen. De leerlingen zitten qua onderzoeksdoel dan op het niveau b van ‘Vragen stellen’. De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn nog niet helder of operationeel.
Confrontatiefase, verkenningsfase, experiment opzetten
U gaat met de groep naar buiten en bespreekt met de leerlingen wat er allemaal te zien is.
Vraag daarna aan de leerlingen: ‘Hoe moeten we nu terug naar de klas?’, ‘Kunnen we hier een tekening van maken hoe wij moeten lopen?’ ‘en weet iemand hoe zo’n tekening heet?’.
U blijft met de leerlingen buiten en geeft elke leerling materiaal om een plattegrond te maken.
Vervolgens gaat u weer naar binnen en vraagt de leerlingen wat zij gezien hebben en hoe zij ervoor kunnen zorgen dat zij niet meer vergeten wat er te zien was.
Zorg dat u aanstuurt op de plaats van de objecten en de looproute zoals op een plattegrond. Als het goed is hebben de leerlingen al een looproute getekend.
Hier heeft u de mogelijkheid om de leerlingen in groepjes te plaatsen en zo te zorgen dat zij gezamenlijk een plattegrond maken. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onder aan de pagina.)
Vervolgens reflecteert u met de leerlingen over de gemaakte tekeningen en zorg dat u blijft hangen op een belangrijk punt: de bruggen. Vervolgens vertelt u een verhaal over de bruggenbouwers (Zie Materialen).
Als aan de hand van het verhaal is besproken dat de leerlingen de bruggen af gaan maken, is het opzetten van het experiment bij deze afgerond. De volgende stap is het uitvoeren van het experiment. Let er hierbij op dat u de volgende les de materialen meeneemt die de leerlingen genoemd hebben.
Suggestie vervolglessen
Les 2
Lesdoelen les 2:
-De leerlingen maken kennis met de driehoekconstructie (eventueel leren zij deze ook te gebruiken door de leerlingen een tweede keer bruggen te laten bouwen waarin deze verwerkt moet worden).
De leerlingen zouden hier qua onderzoeksdoel op het niveau b van ‘Vragen stellen’ kunnen zitten als de leerkracht aanstuurt op een goede manier van het bouwen van een brug. De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn niet helder of operationeel.
Experiment uitvoeren, concluderen
De leerlingen gaan aan de slag met het bouwen van de bruggen. Bij de bespreking moet aandacht worden besteed aan de driehoekconstructie. Bespreek daarna of we de bruggenbouwers goed geholpen hebben of hen nog.
Experiment uitvoeren, Concluderen
Voordat u begint aan het uitvoeren van het experiment, deelt u de klas in groepen in. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onderaan de pagina.)
Zorg ervoor dat elke groep op de tafel een bak met water of een stuk blauw karton (wat water representeert) heeft liggen en de materialen die zij wilden gebruiken om de brug te bouwen.
Eventueel kunt u de materialen aanvullen met zelf bedacht materiaal zoals spaghetti en spekjes. Dit is voor de leerlingen uitdagend materiaal om mee te experimenteren en de driehoekconstructie is hiermee makkelijk te maken.
Laat de leerlingen zelf aanrommelen met alles wat op de tafels ligt, zodat zij er zelf achter kunnen komen hoe zij het beste een brug kunnen maken (houdt er qua tijd rekening mee dat u de leerlingen voldoende tijd geeft om te experimenteren met het bouwen van bruggen).
Bespreek na het uitvoeren van het experiment samen met de leerlingen kort de verschillende de bruggen die gebouwd zijn en wat de leerlingen er van vonden. Stuur ook aan op het gebruik van de driehoekconstructie. Vraag de leerlingen of zij de bruggenbouwers geholpen hebben, hebben zij wel echt bruggen gemaakt? Waarom wel/waarom niet? Hoe kan het komen? En welk materiaal hebben zij gebruikt? Is dit goed/minder goed? Wat zou je de volgende keer gebruiken om mee te bouwen?
Eventueel kunnen opnieuw bruggen gemaakt worden. Deze moeten dan de driehoekconstructie bevatten zodat leerlingen deze ook leren te gebruiken en waarom deze juist zo belangrijk is, zullen zij dan zelf ondervinden. Ook kunnen de leerlingen met de besproken bruggen en de gegeven feedback ervoor zorgen dat zij nu een betere brug kunnen maken door de negatieve punten te vermijden en de positieve punten te verwerken in hun brug.
Les 3
Lesdoelen les 3:
- De leerlingen leren om te vertellen wat zij onderzocht en gedaan hebben. Dit is een onderzoeksdoel en valt onder ‘Rapporteren’. Leerlingen in groep 3/4 zullen waarschijnlijk zitten op het niveau b: Heeft duideljk voor ogen wat hij wil rapporteren, maar kan dat niet altijd exact en beknopt weergeven. Ook zullen er leerlingen zijn die op niveau c zitten: Kan de resultaten duidelijk verwoorden, maar maakt weinig onderscheid tussen relevante en irrelevante aspecten, visualiseert als woorden ontoereikend blijken, maar doet dat niet altijd effectief en handig. (Om op het niveau c te komen, kan een korte instructie alvorens de presentatie plaatsvinden.)
De leerlingen zouden hier qua onderzoeksdoel op het niveau b van ‘Vragen stellen’ kunnen zitten: De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn niet helder of operationeel, maar deze les zou ook op een wat hoger niveau gebracht kunnen worden door een stapje in de richting te maken van niveau c: Stelt onderzoekbare vragen. Het zal niet zo zijn dat de leerlingen dit niveau beheersen, maar een stapje in de goede richting kan wel gemaakt worden.
Communiceren/Presenteren, verdiepen
Laat de leerlingen per groepje aan de klas vertellen wat zij de afgelopen lessen gedaan hebben. Stuur hierbij aan op het stellen van onderzoekbare vragen. Dus vraag de leerlingen bijvoorbeeld: ‘Wat kunnen we de volgende keer onderzoeken?’, ‘Welke materialen zou je de volgende keer niet meer testen en waarom niet?’. Zorg ervoor dat de leerlingen van te voren weten hoe zij zoiets het beste kunnen presenteren aan de klas, dus bijvoorbeeld: het verhaal in goede volgorde vertellen en daarbij de belangrijkste leerpunten uit de voorgaande lessen benoemen.
Laat ten slotte de leerlingen een aantal foto’s zien van bruggen in hun eigen buurt en in de hele stad Amsterdam of een filmpje over verschillende bruggen zien (zie materialen). Geef dit aan op een plattegrond van Amsterdam, zodat de leerlingen het idee van een plattegrond weer ophalen in hun hoofd.
Materialen
Les 1
-papier en potlood (voor het maken van de plattegrond buiten de school)
- Verhaal bruggenbouwers:
Neem een plattegrond van een leerling en vertel aan de hand daarvan het volgende verhaal:
Als je vanaf ons klaslokaal de weg volgt (Wijs dit op de plattegrond aan.) en ten slotte hier stopt. Vraag de leerlingen waar we dan staan (als het goed is, is daar een brug getekend en zullen de leerlingen ook antwoorden met ‘bij de brug’). Deze brug is gebouwd door hele goede bruggenbouwers. Deze bruggenbouwers waren zo goed, dat zij van de burgemeester de opdracht gekregen hebben om nog meer bruggen te bouwen. Er is alleen een heel groot probleem; de bruggen moeten heel snel gebouwd worden, maar de bruggenbouwers zijn ziek. Zij zijn ziek geworden omdat zij in de pauzes die zij hadden, verkeerde dingen gingen eten (vraag de leerlingen wat verkeerde dingen zijn zoals bij het ontbijt: chocolade en cola, bij de pauzehap: snoepjes en cola, bij de lunch: chips en cola en vraag hen daarna wat wel normaal is om te eten op deze tijden en stuur hier bij aan op fruit en melk bij het ontbijt enzovoort). Zij hebben hier zoveel van gegeten dat zij er ziek van zijn geworden. En… het probleem blijft: DIE BRUGGEN MOETEN GEMAAKT WORDEN… HEEL SNEL! Maar wat… maar wat kunnen wij daar nou aan doen? Wijs hierbij op het water waarover zij iets zouden moeten bouwen (een waterbakje of blauw karton in de juiste vorm).
Vraag de leerlingen wie er een oplossing heeft voor dit probleem (stuur aan op het afbouwen van de brug door de leerlingen) en vraag de leerlingen hierbij hoe zij dat dan willen gaan doen, met welk materiaal bijvoorbeeld.
Les 2
-Materialen die de leerlingen genoemd hebben.
-Eventueel spekjes en spaghetti (of ander zelfbedacht materiaal waarmee leerlingen kunnen experimenteren).
Les 3
-De gemaakte bruggen (is dit niet mogelijk: foto’s van de gemaakte bruggen)
-Foto’s en plattegrond van bruggen in Amsterdam (google maps).
- Filmpje over bruggen: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051031_bruggen01
Les 1
Lesdoelen les 1
-De leerlingen leren de kenmerken van de plattegrond.
-De leerlingen leren het belang van fruit en melk bij ontbijt, pauzehap en lunch.
Stuur de leerlingen zo aan dat zij vragen willen stellen en onderzoek willen doen. De leerlingen zitten qua onderzoeksdoel dan op het niveau b van ‘Vragen stellen’. De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn nog niet helder of operationeel.
Confrontatiefase, verkenningsfase, experiment opzetten
U gaat met de groep naar buiten en bespreekt met de leerlingen wat er allemaal te zien is.
Vraag daarna aan de leerlingen: ‘Hoe moeten we nu terug naar de klas?’, ‘Kunnen we hier een tekening van maken hoe wij moeten lopen?’ ‘en weet iemand hoe zo’n tekening heet?’.
U blijft met de leerlingen buiten en geeft elke leerling materiaal om een plattegrond te maken.
Vervolgens gaat u weer naar binnen en vraagt de leerlingen wat zij gezien hebben en hoe zij ervoor kunnen zorgen dat zij niet meer vergeten wat er te zien was.
Zorg dat u aanstuurt op de plaats van de objecten en de looproute zoals op een plattegrond. Als het goed is hebben de leerlingen al een looproute getekend.
Hier heeft u de mogelijkheid om de leerlingen in groepjes te plaatsen en zo te zorgen dat zij gezamenlijk een plattegrond maken. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onder aan de pagina.)
Vervolgens reflecteert u met de leerlingen over de gemaakte tekeningen en zorg dat u blijft hangen op een belangrijk punt: de bruggen. Vervolgens vertelt u een verhaal over de bruggenbouwers (Zie Materialen).
Als aan de hand van het verhaal is besproken dat de leerlingen de bruggen af gaan maken, is het opzetten van het experiment bij deze afgerond. De volgende stap is het uitvoeren van het experiment. Let er hierbij op dat u de volgende les de materialen meeneemt die de leerlingen genoemd hebben.
Suggestie vervolglessen
Les 2
Lesdoelen les 2:
-De leerlingen maken kennis met de driehoekconstructie (eventueel leren zij deze ook te gebruiken door de leerlingen een tweede keer bruggen te laten bouwen waarin deze verwerkt moet worden).
De leerlingen zouden hier qua onderzoeksdoel op het niveau b van ‘Vragen stellen’ kunnen zitten als de leerkracht aanstuurt op een goede manier van het bouwen van een brug. De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn niet helder of operationeel.
Experiment uitvoeren, concluderen
De leerlingen gaan aan de slag met het bouwen van de bruggen. Bij de bespreking moet aandacht worden besteed aan de driehoekconstructie. Bespreek daarna of we de bruggenbouwers goed geholpen hebben of hen nog.
Experiment uitvoeren, Concluderen
Voordat u begint aan het uitvoeren van het experiment, deelt u de klas in groepen in. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onderaan de pagina.)
Zorg ervoor dat elke groep op de tafel een bak met water of een stuk blauw karton (wat water representeert) heeft liggen en de materialen die zij wilden gebruiken om de brug te bouwen.
Eventueel kunt u de materialen aanvullen met zelf bedacht materiaal zoals spaghetti en spekjes. Dit is voor de leerlingen uitdagend materiaal om mee te experimenteren en de driehoekconstructie is hiermee makkelijk te maken.
Laat de leerlingen zelf aanrommelen met alles wat op de tafels ligt, zodat zij er zelf achter kunnen komen hoe zij het beste een brug kunnen maken (houdt er qua tijd rekening mee dat u de leerlingen voldoende tijd geeft om te experimenteren met het bouwen van bruggen).
Bespreek na het uitvoeren van het experiment samen met de leerlingen kort de verschillende de bruggen die gebouwd zijn en wat de leerlingen er van vonden. Stuur ook aan op het gebruik van de driehoekconstructie. Vraag de leerlingen of zij de bruggenbouwers geholpen hebben, hebben zij wel echt bruggen gemaakt? Waarom wel/waarom niet? Hoe kan het komen? En welk materiaal hebben zij gebruikt? Is dit goed/minder goed? Wat zou je de volgende keer gebruiken om mee te bouwen?
Eventueel kunnen opnieuw bruggen gemaakt worden. Deze moeten dan de driehoekconstructie bevatten zodat leerlingen deze ook leren te gebruiken en waarom deze juist zo belangrijk is, zullen zij dan zelf ondervinden. Ook kunnen de leerlingen met de besproken bruggen en de gegeven feedback ervoor zorgen dat zij nu een betere brug kunnen maken door de negatieve punten te vermijden en de positieve punten te verwerken in hun brug.
Les 3
Lesdoelen les 3:
- De leerlingen leren om te vertellen wat zij onderzocht en gedaan hebben. Dit is een onderzoeksdoel en valt onder ‘Rapporteren’. Leerlingen in groep 3/4 zullen waarschijnlijk zitten op het niveau b: Heeft duideljk voor ogen wat hij wil rapporteren, maar kan dat niet altijd exact en beknopt weergeven. Ook zullen er leerlingen zijn die op niveau c zitten: Kan de resultaten duidelijk verwoorden, maar maakt weinig onderscheid tussen relevante en irrelevante aspecten, visualiseert als woorden ontoereikend blijken, maar doet dat niet altijd effectief en handig. (Om op het niveau c te komen, kan een korte instructie alvorens de presentatie plaatsvinden.)
De leerlingen zouden hier qua onderzoeksdoel op het niveau b van ‘Vragen stellen’ kunnen zitten: De leerlingen zijn dan uit op verklaringen, via vragen en onderzoek, maar de vragen zijn niet helder of operationeel, maar deze les zou ook op een wat hoger niveau gebracht kunnen worden door een stapje in de richting te maken van niveau c: Stelt onderzoekbare vragen. Het zal niet zo zijn dat de leerlingen dit niveau beheersen, maar een stapje in de goede richting kan wel gemaakt worden.
Communiceren/Presenteren, verdiepen
Laat de leerlingen per groepje aan de klas vertellen wat zij de afgelopen lessen gedaan hebben. Stuur hierbij aan op het stellen van onderzoekbare vragen. Dus vraag de leerlingen bijvoorbeeld: ‘Wat kunnen we de volgende keer onderzoeken?’, ‘Welke materialen zou je de volgende keer niet meer testen en waarom niet?’. Zorg ervoor dat de leerlingen van te voren weten hoe zij zoiets het beste kunnen presenteren aan de klas, dus bijvoorbeeld: het verhaal in goede volgorde vertellen en daarbij de belangrijkste leerpunten uit de voorgaande lessen benoemen.
Laat ten slotte de leerlingen een aantal foto’s zien van bruggen in hun eigen buurt en in de hele stad Amsterdam of een filmpje over verschillende bruggen zien (zie materialen). Geef dit aan op een plattegrond van Amsterdam, zodat de leerlingen het idee van een plattegrond weer ophalen in hun hoofd.
Materialen
Les 1
-papier en potlood (voor het maken van de plattegrond buiten de school)
- Verhaal bruggenbouwers:
Neem een plattegrond van een leerling en vertel aan de hand daarvan het volgende verhaal:
Als je vanaf ons klaslokaal de weg volgt (Wijs dit op de plattegrond aan.) en ten slotte hier stopt. Vraag de leerlingen waar we dan staan (als het goed is, is daar een brug getekend en zullen de leerlingen ook antwoorden met ‘bij de brug’). Deze brug is gebouwd door hele goede bruggenbouwers. Deze bruggenbouwers waren zo goed, dat zij van de burgemeester de opdracht gekregen hebben om nog meer bruggen te bouwen. Er is alleen een heel groot probleem; de bruggen moeten heel snel gebouwd worden, maar de bruggenbouwers zijn ziek. Zij zijn ziek geworden omdat zij in de pauzes die zij hadden, verkeerde dingen gingen eten (vraag de leerlingen wat verkeerde dingen zijn zoals bij het ontbijt: chocolade en cola, bij de pauzehap: snoepjes en cola, bij de lunch: chips en cola en vraag hen daarna wat wel normaal is om te eten op deze tijden en stuur hier bij aan op fruit en melk bij het ontbijt enzovoort). Zij hebben hier zoveel van gegeten dat zij er ziek van zijn geworden. En… het probleem blijft: DIE BRUGGEN MOETEN GEMAAKT WORDEN… HEEL SNEL! Maar wat… maar wat kunnen wij daar nou aan doen? Wijs hierbij op het water waarover zij iets zouden moeten bouwen (een waterbakje of blauw karton in de juiste vorm).
Vraag de leerlingen wie er een oplossing heeft voor dit probleem (stuur aan op het afbouwen van de brug door de leerlingen) en vraag de leerlingen hierbij hoe zij dat dan willen gaan doen, met welk materiaal bijvoorbeeld.
Les 2
-Materialen die de leerlingen genoemd hebben.
-Eventueel spekjes en spaghetti (of ander zelfbedacht materiaal waarmee leerlingen kunnen experimenteren).
Les 3
-De gemaakte bruggen (is dit niet mogelijk: foto’s van de gemaakte bruggen)
-Foto’s en plattegrond van bruggen in Amsterdam (google maps).
- Filmpje over bruggen: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051031_bruggen01
Differentiatiemogelijkheden
De leerlingen indelen op niveau
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau gedurende de lessen. De zwakke leerlingen kunt u meer begeleiding geven dan de leerlingen met een hoger niveau. Als er leerlingen klaar zijn kunnen zij op de site bij ‘leerling groep 3-4’ verder gaan met meer verdieping. Dit zijn hoogstwaarschijnlijk de wat sterkere leerlingen en de wat snellere leerlingen.
De leerlingen indelen op niveau
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau gedurende de lessen. De zwakke leerlingen kunt u meer begeleiding geven dan de leerlingen met een hoger niveau. Als er leerlingen klaar zijn kunnen zij op de site bij ‘leerling groep 3-4’ verder gaan met meer verdieping. Dit zijn hoogstwaarschijnlijk de wat sterkere leerlingen en de wat snellere leerlingen.
De leerlingen indelen op taal
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau van taal.
U kunt het volgende doen:
Aanbieden van de volgende woorden:
-plattegrond
-links
-rechts
-rechtdoor
-driehoek
-materiaal
Door met de leerlingen het werkblad te maken wat onder de knop ‘leerling 3-4’ staat, kunt u de woorden: plattegrond, links, rechts en rechtdoor bespreken. Herhaal dit eventueel een aantal keren zodat iedereen dit begrijpt.
Ook kunt u dit doen door met de leerling ergens heen te lopen vanaf het klaslokaal naar iets anders in het klaslokaal of buiten het klaslokaal (laat de leerlingen dit vooral proberen te doen!). Dit zou u bijvoorbeeld als vervolg kunnen doen op het maken van het werkblad, dan kunt u zorgen dat u in aanraking komt met iets driehoekigs waarbij u in kunt gaan op de moeilijke woorden: driehoek en materiaal.
Als de leerlingen klaar zijn met het werkblad of klaar zijn met de les omdat u hen veel begeleid heeft, kunnen de leerlingen een filmpje bekijken. In dit filmpje zullen nogmaals een aantal besproken woorden naar voren komen (ook wordt het woordje ‘weg’ besproken aan de hand van hakken en plakken waarbij de letter ‘w’ erg belangrijk is).
Via de knop hieronder ('extra woordenschat') komt u bij het hiervoor besproken werkblad en filmpje.
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau van taal.
U kunt het volgende doen:
Aanbieden van de volgende woorden:
-plattegrond
-links
-rechts
-rechtdoor
-driehoek
-materiaal
Door met de leerlingen het werkblad te maken wat onder de knop ‘leerling 3-4’ staat, kunt u de woorden: plattegrond, links, rechts en rechtdoor bespreken. Herhaal dit eventueel een aantal keren zodat iedereen dit begrijpt.
Ook kunt u dit doen door met de leerling ergens heen te lopen vanaf het klaslokaal naar iets anders in het klaslokaal of buiten het klaslokaal (laat de leerlingen dit vooral proberen te doen!). Dit zou u bijvoorbeeld als vervolg kunnen doen op het maken van het werkblad, dan kunt u zorgen dat u in aanraking komt met iets driehoekigs waarbij u in kunt gaan op de moeilijke woorden: driehoek en materiaal.
Als de leerlingen klaar zijn met het werkblad of klaar zijn met de les omdat u hen veel begeleid heeft, kunnen de leerlingen een filmpje bekijken. In dit filmpje zullen nogmaals een aantal besproken woorden naar voren komen (ook wordt het woordje ‘weg’ besproken aan de hand van hakken en plakken waarbij de letter ‘w’ erg belangrijk is).
Via de knop hieronder ('extra woordenschat') komt u bij het hiervoor besproken werkblad en filmpje.
Deze extra instructie kan aangeboden worden voor het begin van de lessen. Verder kunt u er voor kiezen om deze groep gedurende de lessen meer te begeleiden dan andere groepen door u ook veel te richten op de taalaspecten in de opdrachten. Of u kunt deze leerlingen tussen andere leerlingen plaatsen en kiezen voor niveaudifferentiatie of het random indelen van de leerlingen zoals op de site beschreven staat.