Groep
5/6
Les 1
Lesdoelen les 1
-De leerlingen leren dat we variatie in eten en drinken nodig hebben.
-De leerlingen leren dat voedsel via wateren vervoerd wordt.
De leerlingen werken qua onderzoeksdoel aan niveau c: Stelt onderzoekbare vragen. Als de leerlingen dit moeilijk vinden, moet dit nader worden uitgelegd.
Confrontatie, verkennen, experiment opzetten
Ga met uw leerlingen naar buiten en bespreek de omgeving. Ga vooral in op het water en de havens van dit gebied.
In de klas gekomen vertelt u het volgende probleem: WE ZITTEN VAST IN NOORD-HOLLAND, wij zijn onbereikbaar voor de rest van Nederland, alle wegen zijn verwoest en kunnen niet meer gebruikt worden, maar ons voedsel… we hebben voedsel nodig… Maar hoe?
Vraag de leerlingen wat er zo erg is dat we geen voedsel krijgen uit andere gebieden? Stuur hierbij aan op verschillend etenswaar en dat wij dus ook verschillend etenswaar nodig hebben, omdat we variatie in ons eten en drinken moeten hebben.
Vraag hierna door hoe wij dit probleem op kunnen lossen nu er via wegen geen voedsel meer binnen kan komen uit de rest van Nederland en welke vragen wij daarbij moeten stellen. Wijs de leerlingen erop dat dit onderzoekbare vragen moeten zijn. Weten de leerlingen niet wat onderzoekbare vragen zijn, leg dit voor de leerlingen dan goed en duidelijk uit, zodat zij straks echt door onderzoeksvragen aan de slag gaan.
Omdat u net samen met de leerlingen naar buiten bent geweest en het over havens gehad heeft, zullen de leerlingen komen met waterwegen. Zij zullen op de computer op moeten gaan zoeken waar voedsel in Nederland vandaan komt en hoe dit naar Noord-Holland getransporteerd zou kunnen worden. Zorg dat de leerlingen dit tevens kunnen presenteren dus stuur hen aan om dit visueel te maken (kaart van Nederland gebruiken en daar de vaarroutes op aangeven). De leerlingen zullen zelf de waterwegen en de computer noemen. Wilt dit niet lukken, kunt u hier op aan sturen.
Suggestie vervolglessen
Les 2
Lesdoelen les 2:
-De leerlingen leren de kaart van Nederland te gebruiken om de vaarroutes erop aan te geven.
-De leerlingen maken gebruik van de computer en oefenen met hun zoekvaardigheden op de computer.
De leerlingen werken aan de hand van niveau c: Kan onderzoekbare vragen stellen.
Experiment uitvoeren, concluderen
Voordat u begint aan het uitvoeren van het experiment, deelt u de klas in groepen in. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onderaan de pagina.)
De leerlingen gaan nu aan de slag om uit te zoeken:
1. Waar welk eten en drinken in Nederland vandaan komt.
2. Hoe dit via vaarroutes naar Noord-Holland gebracht kan worden.
Dit geven zij aan op een kaart van Nederland. En kunnen dan verder met het concluderen: het antwoord geven op de onderzoeksvraag/onderzoeksvragen. Het concluderen doen de groepsleden in de groep gezamenlijk, maar niet klassikaal.
Les 3
Lesdoelen les 3:
-De leerlingen leren om te vertellen wat zij onderzocht en gedaan hebben. Dit is een onderzoeksdoel wat hoort bij ‘Rapporteren’ en zullen hierbij ongeveer op niveau c: Kan de resultaten duidelijk verwoorden, maar maakt weinig onderscheid tussen relevante en irrelevante aspecten, visualiseert als woorden ontoereikend blijken, maar doet dat niet altijd even effectief en handig, maar hopelijk ook op niveau d: Legt de bevindingen zo uit dat anderen de essentie kunnen vatten; maakt gebruik van tekeningen, modellen en eenvoudige grafieken om de gegevens te verduidelijken, zitten.
Communiceren/Presenteren, verdieping
De leerlingen presenteren met hun groepje wat zij gedaan en gevonden hebben en geven antwoord op de onderzoeksvraag. Zij hebben als het goed is vaarroutes aangegeven op de kaart van Nederland zodat zij op niveau d zullen zitten van de onderzoekvaardigheid ‘rapporteren’. Het gaat nu nog om het overbrengen van de essentie om dit op de juiste manier te doen.
De verdieping zal een gesprek zijn over Nederlands voedsel en Nederlandse gerechten. De leerlingen zullen al heel veel oorspronkelijke Nederlandse voedingsmiddelen gevonden hebben. U kunt dit aanvullen met nog meer voedingsmiddelen, maar ook Nederlandse gerechten die zij misschien nog niet kennen.
Materialen
Les 2
-computers
-kaart van Nederland /uploads/2/5/9/5/25955253/5120810_orig.png
-gekleurde potloden/stiften
Les 3
-typisch Nederlandse gerechten en voedingsmiddelen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Nederlandse_gerechten_en_lekkernijen)
Differentiatiemogelijkheden
De leerlingen indelen op niveau
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau gedurende de lessen. De zwakke leerlingen kunt u meer begeleiding geven dan de leerlingen met een hoger niveau. Als er leerlingen klaar zijn kunnen zij op de site bij ‘leerling groep 5-6’ verder gaan met meer verdieping. Dit zijn hoogstwaarschijnlijk de wat sterkere leerlingen en de wat snellere leerlingen.
Les 1
Lesdoelen les 1
-De leerlingen leren dat we variatie in eten en drinken nodig hebben.
-De leerlingen leren dat voedsel via wateren vervoerd wordt.
De leerlingen werken qua onderzoeksdoel aan niveau c: Stelt onderzoekbare vragen. Als de leerlingen dit moeilijk vinden, moet dit nader worden uitgelegd.
Confrontatie, verkennen, experiment opzetten
Ga met uw leerlingen naar buiten en bespreek de omgeving. Ga vooral in op het water en de havens van dit gebied.
In de klas gekomen vertelt u het volgende probleem: WE ZITTEN VAST IN NOORD-HOLLAND, wij zijn onbereikbaar voor de rest van Nederland, alle wegen zijn verwoest en kunnen niet meer gebruikt worden, maar ons voedsel… we hebben voedsel nodig… Maar hoe?
Vraag de leerlingen wat er zo erg is dat we geen voedsel krijgen uit andere gebieden? Stuur hierbij aan op verschillend etenswaar en dat wij dus ook verschillend etenswaar nodig hebben, omdat we variatie in ons eten en drinken moeten hebben.
Vraag hierna door hoe wij dit probleem op kunnen lossen nu er via wegen geen voedsel meer binnen kan komen uit de rest van Nederland en welke vragen wij daarbij moeten stellen. Wijs de leerlingen erop dat dit onderzoekbare vragen moeten zijn. Weten de leerlingen niet wat onderzoekbare vragen zijn, leg dit voor de leerlingen dan goed en duidelijk uit, zodat zij straks echt door onderzoeksvragen aan de slag gaan.
Omdat u net samen met de leerlingen naar buiten bent geweest en het over havens gehad heeft, zullen de leerlingen komen met waterwegen. Zij zullen op de computer op moeten gaan zoeken waar voedsel in Nederland vandaan komt en hoe dit naar Noord-Holland getransporteerd zou kunnen worden. Zorg dat de leerlingen dit tevens kunnen presenteren dus stuur hen aan om dit visueel te maken (kaart van Nederland gebruiken en daar de vaarroutes op aangeven). De leerlingen zullen zelf de waterwegen en de computer noemen. Wilt dit niet lukken, kunt u hier op aan sturen.
Suggestie vervolglessen
Les 2
Lesdoelen les 2:
-De leerlingen leren de kaart van Nederland te gebruiken om de vaarroutes erop aan te geven.
-De leerlingen maken gebruik van de computer en oefenen met hun zoekvaardigheden op de computer.
De leerlingen werken aan de hand van niveau c: Kan onderzoekbare vragen stellen.
Experiment uitvoeren, concluderen
Voordat u begint aan het uitvoeren van het experiment, deelt u de klas in groepen in. (Differentiatiemogelijkheden vindt u onderaan de pagina.)
De leerlingen gaan nu aan de slag om uit te zoeken:
1. Waar welk eten en drinken in Nederland vandaan komt.
2. Hoe dit via vaarroutes naar Noord-Holland gebracht kan worden.
Dit geven zij aan op een kaart van Nederland. En kunnen dan verder met het concluderen: het antwoord geven op de onderzoeksvraag/onderzoeksvragen. Het concluderen doen de groepsleden in de groep gezamenlijk, maar niet klassikaal.
Les 3
Lesdoelen les 3:
-De leerlingen leren om te vertellen wat zij onderzocht en gedaan hebben. Dit is een onderzoeksdoel wat hoort bij ‘Rapporteren’ en zullen hierbij ongeveer op niveau c: Kan de resultaten duidelijk verwoorden, maar maakt weinig onderscheid tussen relevante en irrelevante aspecten, visualiseert als woorden ontoereikend blijken, maar doet dat niet altijd even effectief en handig, maar hopelijk ook op niveau d: Legt de bevindingen zo uit dat anderen de essentie kunnen vatten; maakt gebruik van tekeningen, modellen en eenvoudige grafieken om de gegevens te verduidelijken, zitten.
Communiceren/Presenteren, verdieping
De leerlingen presenteren met hun groepje wat zij gedaan en gevonden hebben en geven antwoord op de onderzoeksvraag. Zij hebben als het goed is vaarroutes aangegeven op de kaart van Nederland zodat zij op niveau d zullen zitten van de onderzoekvaardigheid ‘rapporteren’. Het gaat nu nog om het overbrengen van de essentie om dit op de juiste manier te doen.
De verdieping zal een gesprek zijn over Nederlands voedsel en Nederlandse gerechten. De leerlingen zullen al heel veel oorspronkelijke Nederlandse voedingsmiddelen gevonden hebben. U kunt dit aanvullen met nog meer voedingsmiddelen, maar ook Nederlandse gerechten die zij misschien nog niet kennen.
Materialen
Les 2
-computers
-kaart van Nederland /uploads/2/5/9/5/25955253/5120810_orig.png
-gekleurde potloden/stiften
Les 3
-typisch Nederlandse gerechten en voedingsmiddelen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Nederlandse_gerechten_en_lekkernijen)
Differentiatiemogelijkheden
De leerlingen indelen op niveau
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau gedurende de lessen. De zwakke leerlingen kunt u meer begeleiding geven dan de leerlingen met een hoger niveau. Als er leerlingen klaar zijn kunnen zij op de site bij ‘leerling groep 5-6’ verder gaan met meer verdieping. Dit zijn hoogstwaarschijnlijk de wat sterkere leerlingen en de wat snellere leerlingen.
De leerlingen indelen op taal
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau van taal.
U kunt het volgende doen:
Aanbieden van de volgende woorden:
variatie
onderzoeksvraag
vaarroutes
waterwegen
Bespreek met eventuele NT2 leerlingen voedsel wat uit hun land naar Nederland gekomen is en hoe zij denken dat dat naar Nederland gekomen is.
Bespreek de woorden en laat de leerlingen elkaar daarna de woorden uitleggen. Zij mogen hierbij de woorden tekenen, uitleggen, uitbeelden etc. (zie werkblad). Maak bij het uitleggen van de woorden een koppeling naar de schoolomgeving (variatie: eten tijdens pauze (u kunt verschillende soorten eten neerleggen), onderzoeksvraag: iets wat de leerlingen ooit eens wilden onderzoeken, vaarroutes en waterwegen: de havens bij de school in de buurt).
Doordat de leerlingen elkaar de woorden zelf uit gaan leggen, oefenen zij nog meer met taal.
Via de knop hieronder ('extra woordenschat') komt u bij de hiervoor besproken opdracht voor de leerlingen.
Zoals beschreven staat in de verantwoording kunt u de leerlingen indelen op niveau van taal.
U kunt het volgende doen:
Aanbieden van de volgende woorden:
variatie
onderzoeksvraag
vaarroutes
waterwegen
Bespreek met eventuele NT2 leerlingen voedsel wat uit hun land naar Nederland gekomen is en hoe zij denken dat dat naar Nederland gekomen is.
Bespreek de woorden en laat de leerlingen elkaar daarna de woorden uitleggen. Zij mogen hierbij de woorden tekenen, uitleggen, uitbeelden etc. (zie werkblad). Maak bij het uitleggen van de woorden een koppeling naar de schoolomgeving (variatie: eten tijdens pauze (u kunt verschillende soorten eten neerleggen), onderzoeksvraag: iets wat de leerlingen ooit eens wilden onderzoeken, vaarroutes en waterwegen: de havens bij de school in de buurt).
Doordat de leerlingen elkaar de woorden zelf uit gaan leggen, oefenen zij nog meer met taal.
Via de knop hieronder ('extra woordenschat') komt u bij de hiervoor besproken opdracht voor de leerlingen.
Deze extra instructie kan aangeboden worden voor het begin van de lessen. Verder kunt u er voor kiezen om deze groep gedurende de lessen meer te begeleiden dan andere groepen door u ook veel te richten op de taalaspecten in de opdrachten. Of u kunt deze leerlingen tussen andere leerlingen plaatsen en kiezen voor niveaudifferentiatie of het random indelen van de leerlingen zoals op de site beschreven staat. (Leerlingen oefenen dan nog meer met taal.)